Bij het beoordelen van de geometrie van een mountainbike zijn er verschillende belangrijke aspecten waar je op moet letten. Deze geometrische kenmerken kunnen aanzienlijke invloed hebben op hoe een mountainbike rijdt en aanvoelt. Hier zijn enkele van de belangrijkste punten om op te letten:

 

Framegrootte:

Dit verwijst naar de lengte van het frame van de mountainbike, gemeten van het midden van de trapas tot de bovenkant van de zitbuis of het midden van de bovenbuis. Het kiezen van de juiste framegrootte is cruciaal voor comfort en controle tijdens het rijden. De meeste merken geven bij hun maatvoering al aan welke lichaamslengte er bij past.  Val je een beetje tussen 2 maten in, dan raden wij aan om bij een E-mountainbike te kiezen voor de kleinere maat.  Dit geeft je een speelsere fiets en de motor helpt je bij het klimmen, waardoor je minder last hebt dat het frame iets kleiner is.  Uiteraard blijft het vooraf testen van een fiets het beste, maar dat kan lang niet altijd.

 

Balhoofdhoek:

Dit is de hoek tussen de balhoofdbuis (waar de voorvork in het frame zit) en een denkbeeldige verticale lijn. Een steilere balhoofdhoek resulteert meestal in een snellere, wendbare fiets, terwijl een flauwere hoek stabiliteit biedt, vooral bij hoge snelheden en tijdens afdalingen, je praat dan ook wel over een "slackere" fiets.

 

Zitbuishoek:

Dit is de hoek tussen de zitbuis en een denkbeeldige verticale lijn. Een steilere zitbuishoek plaatst de fietser meer naar voren, wat gunstig kan zijn voor klimmen en krachtoverdracht, terwijl een flauwere hoek meer comfort biedt tijdens het zitten en afdalen.

 

Reach (bereik):

Dit is de horizontale afstand tussen de trapas en het midden van de balhoofdbuis. Het bereik beïnvloedt de lengte van de cockpit en hoe uitgerekt of rechtop de rijder zich voelt op de fiets. Een passend bereik zorgt voor een comfortabele en efficiënte positie tijdens het rijden. De reach kan je naderhand een beetje aanpassen door een ander stuur of door een langere stuurklem te monteren.

 

Stack (stapel):

Dit is de verticale afstand tussen de trapas en het midden van de balhoofdbuis. Het stapelmaatje kan aangeven hoe hoog de voorzijde van de fiets is en hoeveel stuurpenlengte nodig is om de gewenste stuurpositie te bereiken.

 

Wielbasis:

Dit is de afstand tussen de assen van de voor- en achterwielen. Een langere wielbasis kan zorgen voor stabiliteit bij hoge snelheden en tijdens afdalingen, terwijl een kortere wielbasis wendbaarheid bevordert en het gemakkelijker maakt om krappe bochten te maken.

 

Door deze geometrische kenmerken te begrijpen en te evalueren in relatie tot je eigen rijstijl en voorkeuren, kun je een mountainbike kiezen die het beste past bij je behoeften en het terrein waarop je rijdt. Hieronder gaan we nog iets dieper in op de verschillende rijstijlen.

De beste geometrie voor een mountainbike hangt af van verschillende factoren, waaronder het type terrein waarop je rijdt, je rijstijl, je lichaamsbouw en je persoonlijke voorkeuren. Hier zijn enkele algemene richtlijnen voor welk type geometrie het beste past bij verschillende rijstijlen:

 

Cross-country (XC) / Marathons:

Voor deze rijstijl, waarbij lange afstanden worden afgelegd op meestal minder technisch terrein, zijn mountainbikes met een meer agressieve geometrie geschikt. Kijk naar fietsen met een steile zitbuishoek voor efficiënt klimmen, een lichte balhoofdhoek voor wendbaarheid op kronkelige paden en een kortere veerweg voor gewichtsbesparing en snelheid.

 

Trailrijden:

Trailrijden omvat een verscheidenheid aan terreinen, van singletracks tot technischer terrein. Een veelzijdige geometrie met een gematigde balhoofdhoek, een iets langere veerweg en een evenwichtige zitbuishoek biedt de beste combinatie van klim- en daalprestaties, evenals stabiliteit en wendbaarheid.

 

Enduro / All-mountain:

Voor rijders die van technische afdalingen houden en niet bang zijn voor uitdagend terrein, zijn enduro- of all-mountainbikes ideaal. Kijk naar fietsen met een slackere balhoofdhoek voor stabiliteit bij hoge snelheden, een langere veerweg voor ruwe afdalingen en een lagere zitbuishoek voor een meer achteroverleunende positie tijdens het afdalen.

 

Downhill:

Bij downhill-rijden draait alles om snelheid en controle op steile, ruwe afdalingen. Zoek naar fietsen met een zeer slacke balhoofdhoek, lange veerweg, laag zwaartepunt en een langere wielbasis voor maximale stabiliteit en controle op hoge snelheden.

 

Freeride / Bikepark:

Voor rijders die zich richten op jumps, drops en technische stunts, zijn freeride- of bikeparkbikes geschikt. Deze fietsen hebben vaak een vergelijkbare geometrie als downhillbikes, met een slacke balhoofdhoek en veel veerweg, maar zijn over het algemeen iets lichter en wendbaarder.

 

Het is belangrijk op te merken dat deze richtlijnen algemeen zijn en dat de beste geometrie voor jou afhangt van je specifieke voorkeuren, rijstijl en het terrein waarop je het meest rijdt. Het is altijd een goed idee om verschillende moutainbikes te testen en met het team van Bikeventure te kijken wat het beste bij jou past.

 

Als we kijken naar de Nederlandse trails zoals onze huistrail van Schoorl, dan zou je daar prima uit de voeten kunnen met een XC of trail mountainbike en een veerweg tussen de 120 en 140mm.  Wil je echter ook in het buitenland leuk kunnen fietsen en ook wat meer uitdagende trails rijden, dan raden wij aan om te kijken naar Enduro moutainbikes, zeker wanneer je een elektrische mountainbike wil aanschaffen.   Deze zijn op de Nederlandse trails zeer goed te hanteren en in het buitenland kan je ook overal goed mee uit de voeten.  De extra veerweg geeft je daarnaast ook een "plush" gevoel van rijden en daarnaast meer vertrouwen.